Zwangerschap en bevalling
Risico’s bij zwangerschap en bevalling
Bij een moeder met OI kunnen in de zwangerschap een aantal aan OI-gerelateerde klachten toenemen, zoals: de overbeweeglijkheid van gewrichten en de lichamelijke beperkingen door toename van het gewicht en omvang. Ook de longproblematiek (kortademigheid) kan afhankelijk van de gewichtstoename verergeren.
Er zijn geen aanwijzingen dat de kans op botbreuken tijdens de bevalling bij de moeder is verhoogd.
Als het ongeboren kind OI heeft, is er een verhoogd risico op botbreuken bij het kind tijdens de bevalling. Bij ernstige vormen kunnen voor de geboorte al fracturen aanwezig zijn.
Zwangerschapsbegeleiding
Tijdens een adviesgesprek kan door de gynaecoloog worden nagegaan of een zwangerschap medisch verantwoord is en of er speciale maatregelen nodig zijn. Het is belangrijk al voor de bevruchting (preconceptioneel) dit gesprek met de gynaecoloog te hebben, bij voorkeur die van het expertisecentrum.
In het expertisecentrum krijg je desgewenst begeleiding bij een zwangerschapswens door de boordeling van de botdichtheid voor een zwangerschap, adviezen van de ergotherapeut en specifieke nazorg na de bevalling en adviezen omtrent het geven van borstvoeding.
Bevalling
De bevalling vindt altijd plaats onder gynaecologische begeleiding. Met de aanstaande ouders wordt een plan voor de bevalling besproken. Een vaginale bevalling is bij de meeste vrouwen met een lichte vorm van OI (type I) mogelijk. Eventuele bekkenafwijkingen zijn bij deze keuze medebepalend. Toch wordt vaak gekozen voor een keizersnede.