Epidemiologie
Prevalentie
De prevalentie wordt wereldwijd geschat op tenminste 1 per 15.000 inwoners. Er zijn in Nederland meer dan 1000 mensen met OI. De cijfers die nu bekend zijn wijzen op ongeveer 800 volwassenen en 200 kinderen met OI in Nederland.
De huisarts met een normpraktijk van 2500 patiënten die dertig jaar werkt, heeft op basis van deze cijfers ten hoogste één patiënt met OI in zijn praktijk. Door het erfelijke aspect zullen er echter per praktijk soms meerdere patiënten uit één familie zijn.
Incidentie
Jaarlijks worden in ons land 10 tot 15 kinderen met OI geboren (bij 170.000 geboorten). De exacte prevalentie- en incidentiecijfers zijn onbekend omdat bij patiënten zonder duidelijke symptomen niet altijd een diagnose wordt gesteld.
Leeftijd
De diagnose wordt meestal op de kinderleeftijd gesteld. Soms wordt OI pas op latere leeftijd gediagnosticeerd; door het variabele klinische beeld kan vroegtijdige herkenning moeilijk zijn.
Geslachtsverdeling
OI komt even vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
Etniciteit
OI is bij vrijwel alle rassen en volken beschreven.